Succesfactoren bij het gebruik van data in de eerstelijnszorg
Succesfactoren bij het gebruik van data in de eerstelijnszorg
Ondanks de grote belofte die uitgaat van het gebruik van data in de zorg, beperkt het gebruik zich hoofdzakelijk nog tot de ziekenhuiszorg. Gezonde zorg, Gezonde regio (GzGr) is volgens Jeroen van Wijngaarden, onderzoeker van de Erasmus School of Health Policy and Management, een opvallende uitzondering. In GzGr wordt data ingezet in de complexe eerstelijnszorg om huisartsen en apothekers in hun zorgpraktijk direct te ondersteunen. Op basis van een interviewstudie presenteert GzGr in dit artikel de factoren die aan het succes hebben bijgedragen.
In veel landen staat de zorg onder druk. De zorgvraag neemt toe maar de mensen en de middelen om aan deze vraag tegemoet te komen zijn lang niet altijd aanwezig. Wereldwijd verwachten beleidsmakers en wetenschappers dat de zorg veel te winnen heeft bij het gebruik van data. Deze informatie kunnen professionals namelijk goed gebruiken om beslissingen te nemen over het effectief en efficiënt inzetten van zorg. Echter, omdat patiënten data versnipperd zijn over verschillende zorgverleners en systemen is het niet eenvoudig om deze data te koppelen en te analyseren. Vanwege de complexiteit en de noodzakelijke inzet van veel menskracht en middelen, beperkt het gebruik van zorgdata zich veelal tot de ziekenhuizen, met name in de radiologie en de intensive care (IC). GzGr is hierop een uitzondering omdat routinezorgdata wordt ingezet voor het opvolgen van verwijzingen, de reductie van onder diagnostiek en van medicamenteuze over en onderhandeling in de eerstelijnszorg.
Gezonde zorg Gezonde regio (GzGr)
GzGr is een innovatieprogramma dat loopt in de regio Zuid-Holland Noord, waarbij een groot aantal samenwerkingsverbanden (+/- 250) van huisartsen, apothekers, een klinisch laboratorium en verzekeraar Zorg en Zekerheid (ZZ) zijn aangesloten. De gedeelde ambitie is de gezondheidszorg toekomstbestendig en doelmatiger te maken en hierbij de zorgprofessional te ontzorgen. Dit op basis van een beeld van de patiënt, verrijkt met data van vele andere Nederlandse patiënten. De professionals ontvangen gepersonaliseerde diagnostiek- en behandeladviezen voor hun patiënten in het eigen (huisarts) informatie systeem (HIS). Het programma is vanaf 2013 stapsgewijs ontwikkeld met algoritmen voor verschillende aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, en wordt continu aangevuld met nieuwe beslisondersteunende algoritmen.
Succesfactoren
Op basis van interviews met een groot deel van de betrokkenen (aantal=20) heeft Jeroen van Wijngaarden in kaart gebracht welke factoren hebben bijgedragen aan de succesvolle implementatie van dit programma. Vijf factoren kwamen prominent naar voren:
• het bouwen aan een krachtig sociaal netwerk van innovatoren,
• een co-design proces op basis van enkele leidende principes,
• een ideaal gedreven structurele ondersteuning en investering,
• een cyclisch lerend systeem,
• nauwe samenwerking tussen onderzoekers en praktijk.
De kracht van het sociale netwerk
De basis voor het GzGr-programma is een netwerk van alle relevante actoren: zorgaanbieders, een verzekeraar, verschillende techpartners en cliëntvertegenwoordiging (Zorgbelang Inclusief). Gezocht is naar personen die intrinsiek gemotiveerd zijn om te innoveren en die onderling ook een ‘klik’ hebben.
Het betrekken van de juiste techpartners was een uitdaging. Met name het vinden van een partner die de relevante data kan en mag koppelen (als TTP en in overeenstemming met de AVG-wetgeving) en in staat is om op basis van deze data algoritmen te ontwikkelen. STIZON en INSZO bleken hierin de ideale partners te zijn. Daarnaast neemt PharmaPartners deel, de ontwikkelaar en beheerder van het huisarts- en apothekersysteem dat veel wordt gebruikt in de regio. Tot slot is er een nauwe samenwerking met Stichting Health Base.
Het functioneren van zo’n netwerk is ook afhankelijk van een aantal rollen die volgens de deelnemers moeten worden vervuld. Het vraagt naast innovatoren ook om verbinders, organisatoren en lokale sleutelpersonen, die de onderlinge relaties leggen en onderhouden. Lokale sleutelpersonen zijn daarbij professionals die in staat zijn om hun collega’s te betrekken en te motiveren.
Co-design op basis van een aantal designprincipes
Over de jaren heen zijn designprincipes ontwikkeld die inmiddels leidend zijn. Ten eerste moet het algoritme betrekking hebben op een probleem dat daadwerkelijk wordt ervaren in de zorgpraktijk en dat een substantiële impact heeft, anders gaan professionals het niet gebruiken.
Ten tweede moet het algoritme aansluiten bij de bestaande richtlijnen van de betrokken beroepsgroepen. Een derde principe is transparantie. Het moet voor professionals duidelijk en begrijpelijk zijn welke besluitvormingsprincipes achter het algoritme schuilen en welke gegevens bijdragen aan de uitkomst. Ten vierde dient het algoritme alleen ter ondersteuning van besluitvorming. Het is een advies waarbij de professional, in samenspraak met de patiënt, kan besluiten om erin mee te gaan of niet.
Als laatste principe benoemen de deelnemers gebruiksvriendelijkheid. Het besluitvormingsadvies dient logisch ingebouwd te worden in het zorgproces van de professionals, gemakkelijk toegankelijk en weinig tijdsintensief. Vandaar ook dat techpartners samen met professionals eerst grip proberen te krijgen op het betreffende zorgproces om vervolgens het algoritme in te passen in het bestaande HIS.
Een structurele investering gedreven door idealen
Veel betrokkenen merken op dat er eigenlijk geen structurele financieringstitel is voor een dergelijk programma in Nederland. Het GzGr-programma is uiteindelijk van de grond gekomen vanwege de bereidheid van betrokkenen om tijd en geld te investeren. Meerdere respondenten benoemen daarbij de unieke betrokkenheid van de grootste zorgverzekeraar in de regio (Zorg en Zekerheid), die vanuit overtuiging bereid is om zowel de ontwikkeling, de materiele kosten als de uitvoering structureel te financieren. Maar ook de andere partners zijn bereid om tijd en middelen te investeren vanwege de potentie die zij zien voor de zorg.
Een cyclisch lerend systeem
Uit de interviews blijkt dat het programma niet alleen een optelsom is van een aantal algoritmen, maar dat in essentie een lerend systeem is opgezet om de ontwikkeling, implementatie en het gebruik van dergelijke algoritmen in de eerste lijn te faciliteren. Naast het netwerk en het proces van co-design, worden dan ook trainingsmodules ontwikkeld voor gebruikers.
Het gebruik van de algoritmen wordt gemonitord en besproken in de GzGr-stuurgroep. Er is een dashboard gemaakt om het gebruik van de algoritmen in de gaten te houden en om daarvan te kunnen leren. Deze informatie wordt gedeeld met de stuurgroep en ook met de huisartspraktijken. De ambitie bij verschillende partners is om naar een aanpak te komen waarbij met grotere regelmaat nieuwe algoritmen worden ontwikkeld en geïmplementeerd, naast in Medicom ook in andere huisartsinformatiesystemen.
Nauwe samenwerking tussen onderzoekers en praktijk
Veel van de in GzGr toegepaste algoritmen en modules voor beslisondersteuning zijn voortgekomen uit onderzoek. De activiteiten van STIZON en INSZO zijn nauw verbonden met het onderzoeksinstituut PHARMO, waar al meer dan 20 jaar data wordt verzameld en opgeschoond voor wetenschappelijk onderzoek. Health Base heeft al meer dan 30 jaar ervaring met de ontwikkeling van klinische beslisondersteuning voor artsen en apothekers en het patiëntvriendelijk maken van medische informatie. Ook deze activiteiten komen voort uit wetenschappelijk onderzoek.
In 2020 in NeLL (National eHealth Living Lab) lid geworden van GzGr. De doelstelling van NeLL om de zorg ook in de toekomst bereikbaar en betaalbaar te houden voor iedere Nederlander, sluit volledig aan bij de doelstelling van GzGr. Onder invloed van feedback van de zorgverleners uit GzGr zijn de onderzoekers van NeLL steeds meer aandacht gaan besteden aan de praktische toepasbaarheid van ontwikkelde algoritmes en de economische effecten van het gebruik in de praktijk. Op het ogenblik lopen vier onderzoeksprogramma’s die gebruik maken van de GzGr-infrastructuur. Deze nauwe samenwerking geeft een versnelling aan het wetenschappelijk onderzoek als ook aan het versnellen van het gebruik van effectieve algoritmes in de praktijk.
Graag zou GzGr haar ambities willen waarmaken om, gelijkende aan een fabriek, structureel nieuwe algoritmes te ontwikkelen en te implementeren. Dergelijke ambities vragen echter om een nog grotere investering zowel in mensen als in middelen. Zolang landelijk structurele financieringstitels voor zorgdata applicaties in de eerstelijnszorg ontbreken, hebben de regionale partners de uitdagende taak samen op zoek te gaan naar deze aanvullende middelen. De betrokkenen geven aan dat in de regio Zuid-Holland Noord eigenlijk ‘de motor’ nu gereed is, het is alleen nog zoeken naar meer ‘brandstof’.
Tags:
Gerelateerd nieuws
-
Meer Tijd Voor de Patiënt (MTVP) per 1 januari 2025 naar segment 1
Verder lezen: Meer Tijd Voor de Patiënt (MTVP) per 1 januari 2025 naar segment 1 -
Deelnemers Healthcare Potentials III: ‘Met kleine initiatieven kun je al veel succes boeken’
Verder lezen: Deelnemers Healthcare Potentials III: ‘Met kleine initiatieven kun je al veel succes boeken’ -
Maarten van Gemeren: ‘De Eerstelijnsraad van Rijn en Duin is werk in uitvoering’
Verder lezen: Maarten van Gemeren: ‘De Eerstelijnsraad van Rijn en Duin is werk in uitvoering’