Samen een volgende stap zetten in Positieve Gezondheid (met 14 ideeën)
Stel dat je Positieve Gezondheid als organisatie belangrijk vindt en wilt bijdragen aan een brede gezondheidsbeweging in Zuid-Holland Noord. Wat ga je daar, als organisatie en in samenwerking met andere partijen, dan aan doen? Tijdens het achtste Leeratelier Positieve Gezondheid was er veel aandacht voor het maken én meten van impact met Positieve Gezondheid, onder meer door inspiratie vanuit Friesland en Overijssel.
Voor het achtste Leeratelier op 28 september kwamen ditmaal deelnemers vanuit alle bestaande platformen van de Alliantie online bijeen: bestuurders, bewoners, professionals, vrijwilligers, onderzoekers, communicatie-experts en gangmakers. Ook namen individuen van organisaties die nog niet verbonden zijn aan de Alliantie deel. “Vandaag laten we ons inspireren door mensen uit de eigen regio en daarbuiten, om van daaruit de volgende stap in Positieve Gezondheid te kunnen zetten”, leidde Eva van Steenbergen namens Reos het Leeratelier in.
Friese preventieaanpak
De inspiratie van buitenaf startte met een gesprek, geleid door Ellen van Steekelenburg van GGD Hollands Midden, over de Friese preventieaanpak. “Daarin werken we collectief aan de grote opgave, namelijk een gezondere Friese bevolking”, aldus Lineke Kleefstra, directeur Publieke Gezondheid bij GGD Fryslân. “Dat doen we over de volle breedte, met onder meer thema’s als bestaanszekerheid, kansrijk opgroeien, gezonde leefomgeving en sport. Zo zijn er bloeizones ontstaan waarin wordt samengewerkt aan de leefomgeving en ontstaat er ‘mienskip’; een gemeenschap die zoekt naar oplossingen en de sociale cohesie in wijken bevordert.”
De kunst van een goede preventieaanpak zit er volgens Kleefstra in dat partijen in een coalitie initiatieven aan elkaar knopen die hetzelfde doel dienen. “De GGD fungeert daarbij soms als aanjager, soms als initiatiefnemer. Ik heb geleerd dat je erg moet meebewegen. Verder zie ik dat de opgaven uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) naadloos passen bij wat we in de Friese preventieaanpak al doen.”
Samenwerking met andere partijen
Anneke Meijer, programmamanager Friese Preventieaanpak bij GGD Fryslân, benadrukte om de brede blik op gezondheid vast te houden. “Soms gebeurt het ineens dat mensen in het kader van een ketenaanpak weer heel smal kijken. Houd de brede blik vast en richt je op samenwerking met andere partijen. Haal schotten weg en breng steeds iedereen bij elkaar rond preventieaanpak. Dat werpt niet van vandaag op morgen vruchten af, maar ik ben best wel trots op hoe we in Friesland samenwerken met gemeenten, de verzekeraar en andere partijen.”
Als voorbeeld haalde Meijer een werkbezoek van de staatssecretaris afgelopen zomer aan. “Ik kon daar niet bij zijn, dus vroeg ik me af wie het verhaal over de Friese preventieaanpak zou vertellen. Ik bedacht me dat de zorgverzekeraar dit prima kon vertellen. Dat vind je wellicht raar, maar het geeft aan dat we goed samenwerken.” Meijer benoemde ook een adviesraad voor de preventieaanpak. “Daarin zitten partijen als gemeenten, zorgorganisaties en kennisinstellingen maar ook inwoners en ervaringsdeskundigen.”
Uitdagingen zijn er ook, vertelde Kleefstra. “Ten eerste hoe we blijven vasthouden aan de gezamenlijke lijnen rond preventieaanpak, te midden van externe onzekerheden zoals de verkiezingen. Ik hoop dat we er in slagen om een gezamenlijk gedragen regioplan op te leveren en dat te vertalen naar actie, zonder weer allemaal nieuwe zaken op te tuigen. Ik hou mijn hart vast voor een terugtrekkende beweging van partijen zodra hun belangen in het geding komen.” Een andere uitdaging ziet de directeur Publieke Gezondheid van GGD Fryslân bij de eigen organisatie en medewerkers. “Als we iets voor de meest kwetsbare groepen willen organiseren, moet je als zorgverlener andere accenten aan je werk toevoegen. Ook intern betekent dat een transformatie. Ik heb er alle vertrouwen in dat het lukt, maar het vraagt wel een lange adem.”
‘Mensen willen aandacht en een luisterend oor’
Inspiratie ‘van buitenaf’ gaf ook Frederik Jaspers Faijer, fysiotherapeut en maatschapslid bij De Haere, een regionale praktijk voor fysiotherapie, ergotherapie en gezond bewegen in Salland en Twente. Hij is daarnaast actief betrokken bij de beweging Positief Gezond IJsselland. “Ik deed al aan Positieve Gezondheid voordat het die naam kreeg”, stak Jaspers Faijer van wal. “Positieve Gezondheid is geen kunstje, dus laten we het ook niet zo moeilijk maken. Mensen willen aandacht en een luisterend oor, van daaruit gaan wij het primaire proces met hen in.”
Jaspers Faijer gaf als voorbeeld een vrouw die met rugklachten bij hem kwam. “Ze had echt last van haar rug, maar maakte de laatste tijd ook veel ellende mee. Toen ik constateerde dat er geen sprake was van een hernia, nam ik de tijd om te luisteren wat er speelde. Iedereen heeft zo z’n verhaal. Soms moet je gewoon even achterover hangen, luisteren en te weten komen wat je voor iemand kan doen. Als ik daar vervolgens geen verstand van heb, stuur ik diegene door en laat weten dat hij of zij er niet alleen voor staat. Niet de klacht maar de kracht van de mensen staat centraal, is zo’n uitspraak die ik erg mooi vind.”
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar Positieve Gezondheid
Ook in onze regio is er een beweging op gang gekomen rond Positieve Gezondheid, waarbij steeds meer partijen zich aansluiten bij de Alliantie Positieve Gezondheid Zuid-Holland Noord. Zoals recent de gemeente Teylingen en thuiszorgorganisatie Pro-Cura Thuiszorg. Om te zien of en hoe er vooruitgang wordt geboekt, is vanuit de Alliantie in 2022 de werkgroep ‘Meten is weten’ gestart. De werkgroep wil op verschillende niveaus zichtbaar maken hoe Positieve Gezondheid in onze regio wordt toegepast en welke patronen te ontdekken zijn in wat wel en niet werkt.
Wat betreft het kwalitatief onderzoek staan twee vragen centraal, vertelde Suzan van der Pas, lector Sociale Innovatie, Werkplaats Sociaal Domein Den Haag en Leiden, bij de Hogeschool Leiden. “Hoe werken we vanuit het gedachtegoed van Positieve Gezondheid binnen onze eigen organisatie en in de wijk? En hoe dragen we het gedachtegoed uit aan bewoners? We kijken bijvoorbeeld hoe organisaties bepaalde doelgroepen kunnen bereiken en bedenken interventies. Zo onderzoeken we of Positieve Gezondheid impact heeft op de zorgafname in een zorginstelling. Een ander voorbeeld is dat we met de Ripple effect mapping methode inzicht willen krijgen hoe organisaties werken vanuit het gedachtegoed van Positieve Gezondheid, bijvoorbeeld door een tijdlijn met gemaakte keuzes en ondernomen activiteiten te maken. Hierbij zijn we geïnteresseerd in zowel de gewenste als ongewenste effecten die de organisaties ervaren en tegenkomen in het werken vanuit het gedachtegoed van Positieve Gezondheid.”
Jessica Kiefte, hoogleraar Population Health Management bij het LUMC, ging in op het meten van de kwantitatieve impact van de Alliantie. “Als eerste willen we weten of inwoners bekend zijn met de verschillende dimensies van gezondheid, de samenhang hiertussen en wat ze er zelf aan kunnen bijdragen. Dat doen we door het stellen van vragen binnen een bestaand burgerpanel. Daarnaast zetten we de Gezondheidsmonitor van de GGD in.” De werkgroep meet ook of er verschil is in de ervaren gezondheid van inwoners tussen regio’s waarin wel en niet gewerkt wordt met Positieve Gezondheid. Kiefte: “In dat kader kijken we ook of de activiteiten vanuit de Alliantie impact hebben op de zorg. Leidt het op de lange termijn tot minder zorg? Om dat te achterhalen maken we onder meer gebruik van de data van het Extramuraal LUMC Academisch Netwerk (ELAN).”
Ideeën voor transformatie naar Positieve Gezondheid
Wat wordt de volgende stap naar een impactvolle transformatie met Positieve Gezondheid vanuit jouw organisatie? En wat kan en wil jij daar zelf in betekenen? Met die vragen werden de deelnemers in de break-outsessie aan het werk gezet. Het leverde tal van ideeën op, zoals:
- Een leefstijlmodule starten voor revalidatiepatiënten. Hieraan gekoppeld het contact met de eerste lijn en het sociaal domein verbeteren voor een goed vervolg.
- Een publiekscampagne om Positieve Gezondheid te introduceren en om meer bewustzijn te creëren voor het belang van eigen regie.
- Een databank met initiatieven omtrent Positieve Gezondheid die werken.
- Elke zes weken aandacht voor onszelf met behulp van het spinnenweb.
- Het gedachtegoed in de praktijk beter toepassen, bijvoorbeeld door wandelend vergaderen.
- Een inwoneralliantie Positieve Gezondheid starten; inwoners kunnen het gedachtegoed toepassen in hun omgeving en uitdragen – o.a. met een button – naar andere mensen.
- Gemeenten laten aansluiten bij de Alliantie Positieve Gezondheid of, als ze dit niet doen, zelf lokale partijen bij elkaar brengen om tot betere samenwerking te komen.
- Het primair onderwijs laten aansluiten bij de Alliantie Positieve Gezondheid.
- Twee keer per jaar een lunchoverleg met huisartsen.
- Speeltuinverenigingen in de ochtend omturnen tot buurttafels c.q. buurthuizen.
- Op wijk- en buurtniveau ‘community builders’ een workshop Positieve Gezondheid geven.
- Collega’s intern scholen in Positieve Gezondheid om jezelf en elkaar beter te leren kennen.
- Inwoners laten nadenken over Positieve Gezondheid in hun wijk.
Het idee dat in een poll achteraf de meeste stemmen kreeg, kwam vanuit Pro-Cura Thuiszorg en de Hogeschool Leiden en ging over mantelregie. Bij mensen die niet meer in staat zijn tot eigen regie, bijvoorbeeld vanwege dementie, zou de omgeving geactiveerd moeten worden. Zo ontstaat er mantelregie voor deze mensen, geïnspireerd op het gedachtegoed Positieve Gezondheid. Het winnende idee leverde de bedenkers het boek ‘De Beleidsbubbel’ van Marije van den Berg op.
Met de woorden ‘alleen ga je sneller, maar samen kom je verder’ sloot Suzan van der Pas namens de organisatie het achtste Leeratelier af.
Gerelateerd nieuws
-
Martine Jongboer benoemd tot manager Zorginhoud & Innovatie bij Rijn en Duin
Verder lezen: Martine Jongboer benoemd tot manager Zorginhoud & Innovatie bij Rijn en Duin -
Peter van Luijk: ‘Slechts weinig problemen aan het beweegapparaat hebben een orthopeed nodig’
Verder lezen: Peter van Luijk: ‘Slechts weinig problemen aan het beweegapparaat hebben een orthopeed nodig’ -
Vergoeding meekijkconsult uitgebreid voor huisartsen in Lisse en Hillegom
Verder lezen: Vergoeding meekijkconsult uitgebreid voor huisartsen in Lisse en Hillegom