Peter van Luijk: ‘Slechts weinig problemen aan het beweegapparaat hebben een orthopeed nodig’

HomeActueelPeter van Luijk: ‘Slechts weinig problemen aan het beweegapparaat hebben een orthopeed nodig’

Met de vergrijzing in Nederland nemen ook de klachten aan het bewegingsapparaat toe. Om meer complexe problemen aan spieren of gewrichten in de eerste lijn te kunnen opvangen, is er de kaderhuisarts beweegapparaat. Een spreekuur door de kaderhuisarts beweegapparaat moet zorgen voor minder verwijzingen naar de orthopeed. Peter van Luijk van huisartsenpraktijk Florijn in Leiderdorp volgt op dit moment de opleiding tot kaderhuisarts beweegapparaat.

Waarom koos je voor deze specialisatie?
“Tijdens mijn opleiding was ik al geïnteresseerd in het bewegingsapparaat. Na mijn afstuderen werkte ik als klinisch arts op de afdeling orthopedie en deed ik onderzoek bij reumatologie. Ook in mijn functie als huisarts is het beweegapparaat een veel voorkomend onderwerp. Een onderwerp dat bleef prikkelen, vandaar de opleiding tot kaderhuisarts beweegapparaat. Zo kan ik de moeilijkere casussen oppakken en zorgen dat mensen alleen doorverwezen worden naar de orthopeed als dat echt nodig is. De orthopeed richt zich toch ook meer op een gewricht. Ik denk dat de kracht van de huisarts ligt in het feit dat hij een generalist is. Daarnaast weegt de huisarts ook het systeem van de patiënt mee, om in te schatten of hij of zij verder kan met de adviezen.”

Wat is volgens jou de meerwaarde van de kaderhuisarts beweegapparaat?
“De huisarts heeft als generalist al een brede blik, in mijn geval komt daar nog extra kennis bij. Ik kan daardoor goed verbanden leggen. Dan zie ik bijvoorbeeld dat heupproblemen het gevolg zijn van een versleten rug. Of dat de knieproblemen het resultaat zijn van een verkeerde manier van staan. Soms zal ik toch verwijzen, maar dan gerichter dan een collega huisarts. Ik bespaar de orthopeed dan tijd door het voortraject uit handen te nemen. Daarbij zijn zorgkosten bespaard door de tweede lijn niet in te schakelen. De patiënt wordt wachttijd bespaard en is minder vaak het eigen risico kwijt.”

Waarin onderscheidt de kaderhuisarts beweegapparaat zich van de fysiotherapeut?
“Een fysiotherapeut is bij uitstek een bewegingscoach die helpt om jezelf te genezen. Soms is zijn kennis van beweging voldoende, maar soms zijn er medicijnen nodig of is er een neurologisch probleem. Mijn expertise zit juist in de overlap tussen de fysiotherapeut en het ziekenhuis. Er zit ook meerwaarde om als huisarts een kaderhuisarts mee te laten denken in plaats van een fysiotherapeut. Dit scheelt fysiobehandelingen voor de patiënt en de indicatie tot fysiotherapeutische behandeling wordt dan zuiverder gesteld.”

Welke problemen aan het beweegapparaat zie je in de praktijk voorbij komen?
“Schouderklachten, knie- en voetklachten, de bekende tenniselleboog, triggerfingers, nek, lage rugpijn en de problemen die de kop opsteken als er ijs ligt en mensen de schaatsen onderbinden. Reuma en jicht zorgen ook voor veel problemen. Er zijn heel veel klachten die het bewegingsapparaat betreffen maar niet alle problemen hebben een neuroloog of een orthopeed nodig. In de regio kunnen collega’s mij straks raadplegen voor de meer complexe problematiek.”

Hoe zie jij na de opleiding jouw rol als kaderhuisarts beweegapparaat in de regio?
“Ik hoop dat ik na mijn opleiding een extra dag kan vrijspelen of een ochtend inricht waarin ik mensen echt goed kan onderzoeken. Ik zie die mensen één keer en dan gaan ze weer naar hun eigen huisarts. Ik ben ook bezig met een samenwerking met een fysiotherapeut die een extended scope opleiding heeft gedaan. Zij heeft dan een consultfunctie voor haar collega’s bij complexe casussen. In eerste instantie doen we samen consulten om elkaars werkwijze goed te leren kennen. Later kunnen we dat zelfstandig doen. Dat willen we eerst hier in de praktijk uitproberen. Is het een succes, dan kunnen we het hopelijk met steun van de zorgverzekeraar uitrollen in de hele regio. Dan heb je op twee niveaus ondersteuning zonder doorverwijzing.”

Wat is de rol van Rijn en Duin in het geheel?
De uren die ik als kaderhuisarts inzet voor huisartsen in de regio worden vergoed door Rijn en Duin. Samen zorgen we dat de route er komt en dat er ruchtbaarheid aan wordt gegeven. In mijn eigen praktijk Florijn zien we dat we al 30% minder doorverwijzen door het inzetten van mijn kennis. Dat vind ik een significant verschil. Ik hoop dat ik dat door mijn kaderopleiding breder kan dragen.”

Gerelateerd nieuws

Lees ook: Chiara Bernoster – van Rodijnen volgt de opleiding tot kaderapotheker ouderen