Maarten van Gemeren: ‘De Eerstelijnsraad van Rijn en Duin is werk in uitvoering’

HomeActueelMaarten van Gemeren: ‘De Eerstelijnsraad van Rijn en Duin is werk in uitvoering’

De Eerstelijnsraad (ELR) heeft een belangrijke rol binnen Rijn en Duin. Het bestaat uit vertegenwoordigers van monodisciplinaire verenigingen en adviseert het bestuur over (para)medisch inhoudelijke zaken. Maarten van Gemeren is de voorzitter van de Eerstelijnsraad van Rijn en Duin. Hij vertelt over het belang en de toekomst van de ELR.

Waarom is er een Eerstelijnsraad?
“Door de oprichtende partijen van Rijn en Duin is bepaald dat er een dergelijke raad moest zijn. De belangrijkste rol, zoals toen geformuleerd, is een adviserende rol. Wij geven aan of projecten en ontwikkelingen bij Rijn en Duin horen of bij de monodisciplinaire verenigingen. Wij borgen daarmee de belangen van onze achterban. Zo langzamerhand is de ELR voor het bestuur een plek om plannen te toetsen, zoals dat nu gebeurt met de bestuurlijke reorganisatie. Er lopen veel informele lijnen tussen de bestuurders en de individuele zorgverleners en besturen. Maar toch is het belangrijk dat er een orgaan is waar zaken worden besproken vanuit het perspectief van de monodisciplinaire achterban.”

Wie zitten in de raad?
“De ELR bestaat uit zeer betrokken zorgverleners: twee huisartsen, een apotheker, een fysiotherapeut en een ergotherapeut.”

Hoe vormen jullie een mening over een project?
“Wij halen het geluid op bij monodisciplinaire verenigingen, via daarvoor belegde overleggen of een ALV. Leden van de verenigingen kunnen daar aangeven of zij het eens zijn met de koers van Rijn en Duin en dat gebeurt ook. Ook de wijksamenwerkingsverbanden en individuele zorgverleners kunnen ons aanspreken als zij ergens een mening over hebben.”

Zijn er zaken waar de ELR zich nu mee bezig houdt?
“De nieuw te ontwikkelen serviceorganisatie heeft onze aandacht, aangezien deze organisatie een deel van de problematiek kan vereenvoudigen waarmee zorgverleners kampen. Ook de veranderslag naar samenwerken in de wijk is een punt van aandacht. Van oudsher zijn de WSV’s, toen nog zorggroepen, vooral gericht op ketenzorgprogramma’s. Nu is er steeds meer vraag naar samenwerken in de wijk, met onder meer het sociaal domein en thuiszorg. Dit zijn voor ons nieuwe spelers in het veld. Rijn en Duin speelt een belangrijke rol in de afstemming van die samenwerking op regioniveau en de WSV’s op lokaal niveau. Die ontwikkeling is heel anders dan de oorspronkelijke achtergrond van de WSV’s. Dat zijn belangrijke veranderingen waarbij de ELR kijkt hoe het zal landen bij onze achterban en welke vragen dat oproept.”

Rijn en Duin is als organisatie voortdurend in beweging, geldt dat ook voor de ELR?
“De ELR is werk in uitvoering. Het kan denk ik beter. Ik denk dat je dat ook merkt aan de wens tot reorganisatie waarbij het bestuur van Rijn en Duin directer wil kunnen afstemmen met de monodisciplinaire verenigingen. De nieuw te vormen ALV heeft kenmerken van de ELR, die beweging zien wij. Ik denk dat de omvang van nieuwe regionale plannen en de uitwerking van het IZA-akkoord vragen dat de monodisciplinaire verenigingen beter afstemmen.

Ook moeten we onderzoeken onder welke voorwaarden deze plannen kunnen landen bij elke discipline. Er komt dan een directe lijn tussen de vertegenwoordigers van de huisartsen, apothekers, paramedici en Rijn en Duin. Nu loopt die lijn tussen de WSV’s en een grote ALV. Dat kan mogelijk efficiënter. Het is wel van groot belang dat de nieuwe ALV zich vooral richt op hoofdlijnen en de WSV’s in hun lokale omgeving ideeën kunnen uitwerken. Dat moet nog verder uitgewerkt worden.”

Hoeveel gewicht legt de ELR in de schaal?
“Voor het bestuur is de ELR een belangrijk toetsend orgaan. We hebben de ruimte om gevraagd en ongevraagd advies te geven maar we hebben geen stemrecht. Het is uiteindelijk de Algemene Ledenvergadering (ALV) die een besluit neemt. Daar ligt het meeste gewicht in de schaal.”

Gerelateerd nieuws