‘De actuele informatie uit de zorgnetwerkomgeving wordt steeds rijker’

HomeActueel‘De actuele informatie uit de zorgnetwerkomgeving wordt steeds rijker’

‘De actuele informatie uit de zorgnetwerkomgeving wordt steeds rijker’

In gesprek met Adriaan Timmers, over het AMO-project. Adriaan is voormalig huisarts en werkte eerder als ICT-adviseur bij de zorggroep Rijncoepel. Nu vervult hij dezelfde rol bij Rijn en Duin.

Waar gaat het project AMO over?
Het AMO-project is een van de projecten die vallen onder de subsidiepot van versnellingsgelden ICT-huisartsenzorg voor de regio Zuid-Holland Noord. Het uiteindelijke doel is een actueel medicatieoverzicht digitaal in beeld te brengen voor zorgverleners en patiënten. Deze pilot gaat over de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen de openbare apotheken en de ziekenhuisapotheken waardoor het medicatieoverzicht actueel blijft en zowel huisarts als specialisten op de hoogte zijn.

Tot nu toe worden de medicatielijsten verstrekt door de apothekers. Voordat een patiënt naar het ziekenhuis gaat, haalt hij een medicatiepaspoort op bij de eigen apotheker. Als hij weer thuiskomt is het niet altijd meteen duidelijk wat de nieuwe medicatielijst is en dat kan problemen opleveren. Specialisten schrijven recepten uit die door de ziekenhuisapotheker of door de openbare apotheken worden verstrekt. Tijdens opnames of poliklinische contacten verandert de medicatielijst regelmatig. Als mensen aan het einde van de week ontslagen worden uit het ziekenhuis kunnen er, zoals het nu is, een paar dagen overheen gaan voordat de nieuwe lijst beschikbaar is. Zowel huisarts als wijkverpleegkundige weten in de tussenliggende tijd niet wat de actuele toedieningslijst is en daarmee zijn ze beperkt in hun handelen.

Deze pilot is gericht op een digitaal actueel medicatieoverzicht op elk willekeurig moment. Als het zorgnetwerk beschikbaar is kunnen huisartsen en specialisten meteen zien wat de actuele stand van zaken is. Dat scheelt werk, geeft zekerheid en vooral veiligheid voor de patiënt. Als apothekers eenmaal uit de voeten kunnen met dit systeem is het ook de bedoeling dat patiënten, in de volgende fase, vanuit hun persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) mee kunnen kijken en relevante gegevens kunnen toevoegen.
We volgen hierin de richtlijnen van het MedMij afsprakenstelsel. MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig en gestandaardiseerd uitwisselen van gezondheidsgegevens tussen zorggebruikers en zorgaanbieders. De bedoeling is dat de patiënt vanuit zijn PGO bij alle zorgverleners, die informatie over hem hebben, binnen kan stappen. De verschillende patiëntenportalen zoals je die nu hebt, kunnen vervangen worden door één PGO om bij de medische informatie van al je zorgverleners te komen via een DVZA (Dienst Verlener Zorg Aanbieder). De DVZA biedt ook zorgverleners de ruimte om alle informatie van de patiënt in te kunnen zien in de ZNO (zorgnetwerkomgeving), mits de patiënt daar toestemming voor geeft. Het is een ontwikkeling die in de plaats komt van het landelijk schakelpunt.

In welke fase zijn jullie nu?
Ik ben twee jaar geleden samen met de Noordwijkse apotheker Wouter Dessing en Paul van der Boog, internist-nefroloog in het LUMC, gestart naar aanleiding van een presentatie van Paul bij Sleutelnet. Na twee jaar voorbereiding moest er ook nog een financier gevonden worden. Dit project lijkt te gaan om interactie tussen apothekers, maar huisartsen hebben hier veel baat bij. Daarom kon het project ondergebracht worden bij de versnellingsgelden-ICT (Zorg en Zekerheid akkoord), die zijn bedoeld om de huisartsen te ondersteunen op ICT-gebied. Vòòr de daadwerkelijke start van het AMO-project heeft Wouter Dessing zijn rol overgedragen aan Evelyn Schuil, apotheker in Alphen aan den Rijn.

We zitten nu in de fase van de livegang; 1 mei gaat de pilot van start. We starten in alle Katwijkse apotheken en in apotheek Stevenshof in Leiden, omdat de wijksamenwerkingsverbanden van Katwijk en Stevenshof al in een vorig project rond Covid hebben kunnen experimenteren met de infrastructuur van de ZNO van HINQ (leverancier van de DVZA). Patiënten konden toen hun metingen uploaden naar de huisarts. De apotheek van LUMC is via Chipsoft gekoppeld aan de DVZA van HINQ. De meeste huisartsen maken gebruik van Medicom en ook dat is direct gekoppeld aan HINQ. We doen dit project samen met regio Zwolle; een apotheker uit het Isala ziekenhuis en een openbare apotheker. Wij trekken met elkaar op in het implementatietraject en voor het waardebepalingsonderzoek, wat uitgevoerd wordt door PHEG/LUMC. Zwolle heeft overigens te maken met Zilveren Kruis.

We hebben afgesproken dat er na een half jaar een moment moet komen voor een go/no-go. Is het succesvol ja of nee? Na de eerste stapjes moet het breder uitgerold worden in de regio. Je moet voldoende informatie hebben om onderzoek op te kunnen doen. Eis van de zorgverzekeraars is om de waardebepaling te doen. Wat levert het nu eigenlijk op? Het zou mooi zijn als er discrepanties in het voorschrijven worden gevonden die mogelijk gevaarlijk kunnen zijn voor de patiënt. Met deze oplossing zouden die binnenkort voorkomen kunnen worden. Het ministerie van VWS is bezig met het definiëren van het ideale medicatieproces (MP 9). Bepaalde elementen pakken wij al op in dit project. We zijn benieuwd of dit project al genoeg informatie gaat opleveren. Je moet een bepaalde massa hebben om met onderzoek aan te tonen dat het waardevol is en dat we hiermee door moeten gaan. Als je dit model verder uitrolt dan krijg je met structurele kosten te maken. Apothekers en huisartsen zullen dan een abonnement moeten nemen op deze functionaliteit in de ZNO van HINQ. Wie gaat dat betalen? Bij een vervolg gaan we de huisartsen nog meer betrekken. Niet alleen hebben ze toegang tot een up-to-date medicatieoverzicht, ook labuitslagen zijn via deze omgeving in te zien. De actuele informatie uit de zorgnetwerkomgeving wordt steeds rijker.

Gerelateerd nieuws