Activerende zorg (re-ablement) geeft mensen meer grip op hun leven

De zorg kraakt in zijn voegen. Om mensen langer zelfstandig te laten wonen, zoekt regio-organisatie Rijn en Duin samen met huisartsen en paramedici naar oplossingen en nieuwe vormen van zorg. Eén daarvan is activerende zorg ofwel re-ablement: niet zorgen vóór mensen, maar zorgen dát ze juist meer grip op hun leven krijgen. Ergotherapeut Franka Fels legt uit hoe dat werkt in de praktijk.
Huisartsenpraktijken, apotheken, wijkverpleegkundigen en vijf groepen paramedici, zoals fysio- en ergotherapeuten, werken samen in de regio om ervoor te zorgen dat inwoners zo lang en gezond mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Met een nieuwe subsidie van ZonMw krijgen allerlei initiatieven in de regio een extra boost.
Eén van die projecten is activerende zorg, de zogeheten re-ablementaanpak. Een aanpak die onder meer in Scandinavië al met succes wordt toegepast. Ergotherapeut Franka Fels én voorzitter van de Verenigde Ergotherapeuten Zuid-Holland Noord (VEZHN) is enthousiast. “Uit onderzoek blijkt echt dat de kwaliteit van leven van mensen erop vooruitgaat.”
Activerende zorg of re-ablement, wat is dat precies?
‘Een belangrijke vraag aan de bewoner in deze aanpak is: Waar komt u uw bed voor uit? Wat wilt u graag kunnen doen? We kijken dus veel meer naar wat iemand kan of wil in plaats van alleen maar naar de beperkingen of zorgvraag. Op die manier voer je als hulpverlener een totaal ander en vaak veel positiever gesprek.”
Bewoners worden gemotiveerd om zoveel mogelijk zelf te blijven doen, uiteraard met hulpmiddelen of zorg waar nodig. Misschien vindt iemand het belangrijk om nog met de kleinkinderen te kunnen spelen of houdt van muziek maken of gaat graag elke week naar de bingo. Mensen gaan zo van passief zorg ontvangen naar actief deelnemen, naar een actieve rol in de regie over hun leven. En dat heeft effect. Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van leven er echt op vooruit gaat en ook dat de zorgvraag op termijn terugloopt, dat er minder uren thuiszorg hoeven te worden ingezet.
Hoe reageren bewoners en mantelzorgers?
“Mensen reageren vaak heel positief, want je vraagt niet naar wat ze niet kunnen. Je vraagt: hoe gaat het met u en wat vindt u leuk om te doen? De frustratie zit ‘m vaak bij de mantelzorgers: ‘Waarom komt de thuiszorg minder vaak bij mijn moeder?’. Daarom is het zo belangrijk om mantelzorgers bij deze aanpak te betrekken. Moeder vindt het soms juist fijn om zelf haar ogen te druppelen, in plaats van te moeten wachten op de thuiszorg.”
Wat vraagt deze aanpak van zorgverleners?
“Het is een kwestie van anders kijken. En niet alleen door de ergotherapeut, maar ook door de wijkverpleegkundige, de huisarts, de apotheker, de fysiotherapeut. Die samenwerking met alle partijen is heel belangrijk. Nu is de hulp vaak heel versnipperd. Je moet elkaar aanvullen, er wordt nog te vaak langs elkaar heen gewerkt.
We kunnen elkaar op de hoogte houden door heel simpel en ouderwets een logboek bij de bewoner thuis te leggen. Zo kan de bewoner, mantelzorger en zorgverlener volgen wat er gedaan of afgesproken is. Op die manier vullen de zorgverleners elkaar aan. Belangrijke voorwaarde is dat alle neuzen dezelfde kant op staan en dat de verschillende partijen deze visie delen.”
Hoe ziet de aanpak er in de praktijk uit? Hoe komen mensen in beeld?
“We merken dat zorgverleners bang zijn dat deze aanpak hen meer tijd gaat kosten, maar aan de voorkant verandert eigenlijk niet zo veel. Het is vooral áchter de voordeur dat partijen meer samenwerken. Een bewoner kan naar de huisarts gaan of zich melden bij de fysiotherapeut. De volgende stap is dat er professionals thuis langs komen om een intake te doen en binnen een afgesproken aantal weken een gezamenlijk plan maken. Ze kijken wat iemand zelf kan, wil en nodig heeft. Alles wordt in kaart gebracht. Is er een traplift nodig, biedt een steun in de badkamer uitkomst? Misschien wordt ook een diëtist betrokken.
Belangrijke onderdelen van het programma zijn aandacht voor dagelijkse activiteiten zoals wassen, aankleden, eten en drinken, lopen, opstaan. Het uitgangspunt van deze aanpak is dat zorgverleners deze taken niet overnemen, maar helpen om mensen deze handelingen zelf (weer) uit te voeren. Ook is er aandacht voor kracht, balans en conditie. Denk bijvoorbeeld aan een valpreventietraining. De derde pijler is aandacht voor hobby’s en andere activiteiten. Misschien vinden mensen het fijn om nog in de tuin te werken en zijn verhoogde bloembakken of krukjes een oplossing. Misschien kan meneer of mevrouw met de buurvrouw meerijden naar het buurthuis. Het is eigenlijk heel simpel.”
Deze aanpak lijkt heel vanzelfsprekend. Gebeurt dit in de praktijk nog niet?
“Die brede blik en samenwerking ontbreekt in de praktijk vaak nog. Zorgverleners vinden het vaak heel moeilijk om géén zorg te verlenen: ‘ik zet dat bakje koffie wel even’. Maar ik geloof hier echt in, ik zie hoe goed het is voor mensen om zaken zelf te blijven doen, om grip te houden op hun leven. We gaan nu kleinschalig beginnen. Dankzij de subsidie van ZonMw kunnen we hiermee aan de slag en we hopen natuurlijk dat deze visie zich als een olievlek over de regio gaat verspreiden.”
Gerelateerd nieuws
-
Activerende zorg (re-ablement) geeft mensen meer grip op hun leven
Verder lezen: Activerende zorg (re-ablement) geeft mensen meer grip op hun leven -
Pilot Verkennend gesprek van start
Verder lezen: Pilot Verkennend gesprek van start -
IZA-transformatieplan Welzijn op Recept goedgekeurd
Verder lezen: IZA-transformatieplan Welzijn op Recept goedgekeurd